
Met de aarde nog in mijn ogen
Zie ik groene sprieten
Als bomen zo hoog
Een tor
Hangt
In mijn snorharen
Haar vleugels
Gekleurd
Voor mijn gezicht
In het zonlicht
Zie ik
Die ene groene spriet
Waarachter een muis
Huist
Voor de duur van deze dag
Is het bijzonder
Wat ik zag
En nog zien mag
Blokkendozen
Langs lijnen
Waarop blikken rijden
Groot en klein
Blijken huizen
Te zijn
Vliegen er
Donkere vlekken
Door de lucht
Met hun rug
Recht naar boven
Beide vleugels opzij
Landen zij op aarde
Verblijven
Om vervolgens verder te gaan
Over grote blauwe vlekken
Die water lekken
In het landschap
Waar de zon laag schijnt
Ziet een bijzondere boom
Haar eigen schaduw op de grond
Elfen dansen ermee in het rond
Staat zij in het Wilgenbos
Loslopende reeën
Een vos
Vleien zich neer
Aan haar voeten
Voelen zachtjes aan de bast
In haar kruin
Een vogelnestje
Houdt haar liefdevol vast
Voorzichtig
Slaat zij haar takken
Om zich heen
Hoort de vogels fluiten
In het bos
Waar zij staan mag
Lacht zij de elfen
Vriendelijk toe
Trekt de aandacht van het bosrijk
Blijkt zij
Een Wilgenboom te zijn
JvdK (c)