Carla
Voor het krieken van de dag, geen betere benaming dan dat, stap ik de deur uit. In mijn Urban Flow yogabroek, nieuwe korte bodywarmer erboven. Hond Archie, neus altijd op eekhoornstand, trekt aan de riem alsof ie voor het eerst buiten is. De lucht is prentenboekblauw en de mussen fluiten een Disneytune. Kom maar op met je dag, stap ik de oprit af naar links. af. Bedenk me dan en sla rechtsaf, op naar de Pieterberg. Meer zen dan ooit, laat ik me door niemand de lente afpakken. En trouwens hij is nooit zo vroeg.
Die hij is de man met zijn vier honden. Fanatiek kapsel, groene jas, stevige stappers en een nekkoord met een zilveren fluitje eraan. Vorig jaar lente viel één van zijn honden onze Archie aan. De grote oneerlijkheid: mijn hond was aangelijnd (zoals dat hoort, zoals dat hoort!). De zijne, een als zwarte labrador verkleedde pitbull, liep vrij rond. Ik trok Archie los uit het gevecht. Schopte naar (niet tegen) de pitbull en riep de man toe, dat ie het beest vast moest maken. ‘Maak jij de jouwe maar los,’ antwoordde het fanatieke fluitje. ‘Dan vechten ze het samen uit.’
Het was de combinatie van zijn pedante stem en mijn angst dat ik straks met een hond, waaruit de stukken waren gebeten, huiswaarts moest. Het wekte het wezen dat woont in mijn strottenhoofd. Mijn innerlijke angstrol. Ik noem haar Carla.
En hoor, daar ging ze er al mijn stem vandoor. Uitvechten..?! Enkel mannen die zoiets bedenken. Want vielen die niet immers ook zomaar een ander land binnen voor een stukkie grond erbij. Ik krijste ze er allemaal uit, de dictators van de wereld. Het fanatieke fluitje zweeg. Kneep alleen zijn ogen half dicht. Zei zo precies hoe ik over mezelf dacht.
Het schaamrood op de kaken, holde ik weg van hem (en Carla). Waarbij de lange bodywarmer mijn zaak geen goed deed.
Nieuwe lente, nieuwe kansen. Zo slingeren we de berg op. De zon steekt oranjerood haar kop op. Archie kijkt de eekhoorn na, die via de stam een boom in klimt. Ik fluit de konijnen wakker. En dan, een bochtje verder. Mijn benen weken. Laat het niet waar zijn.. . Hij is verdomme wel zo vroeg!
Weg is de zen, weg is de lente. Ik trek onze hond achter me aan. Voel hoe zijn poten te kort zijn voor mijn vlucht. En als is mijn bodywarmer korter, mijn benen balen. Want ik ren de vlucht van een verliezer.
YdV
Januari
Ik ijl
halve zinnen
in een leeg huis
Mijn darmen woest
om het decembereten
mijn buik bolt
zoals de jouwe
bolde in je laatste weken
Als ik mijn ogen sluit
zie ik je strakgespannen huid
de navelbel
van het eerste huis
waarin ik woonde
De maan trekt
je ebt weg
naar binnen
verdwijn je
schrokt van
wat je niet verteren kan
In januari
huil ik altijd
in een leeg huis
YdV